wonen
In Nederland is er op dit moment een
tekort aan 401.000 woningen. Maar
dat is zeker geen nieuw verschijnsel.
Woningnood bestaat hier al meer dan
150 jaar. Het hoort bij het kapitalisme.
Dit komt doordat voor het kapitalisme
de gebruikswaarde van een woning
niet interessant is (alleen nut voor de
gebruiker zelf), maar alleen de
ruilwaarde telt. Dit wil zeggen dat het
als object wordt gebruikt, om zoveel
mogelijk winst mee te maken. Winst
voor banken, bouwbedrijven,
woningbedrijven, speculanten en een
enkele prins. Het is in eerste instantie
een verdienmodel. Het oplossen van
de woningnood is niet een doel in het
kapitalisme, alleen de winst telt.
En dat is goed te merken.
De gemiddelde prijs voor een koop-
woning is inmiddels 473.000 euro.
Tien jaar geleden was dat 230.194
euro.
Mona Keijzer schiet
beleggers te hulp
Blok (VVD) zorgde er in zijn tijd als
minister voor dat vanaf 2015 veel
minder mensen in aanmerking
kwamen voor een sociale huurwoning.
De huren werden verhoogd door
invoering van de verhuurdersheffing.
Tegelijkertijd verkocht hij sociale
huurwoningen met duizenden tegelijk
tegen dumpprijzen van rond de
100.000 euro aan met name
buitenlandse beleggers. Het ging ten
koste van 100.000 sociale
huurwoningen. Hij liet uiteindelijk het
hele ministerie van Volkshuisvesting
verdwijnen en was er trots op.
Beleggers klagen nu steen en been,
omdat ze als gevolg van de ‘Wet
Betaalbare Huur’ iets minder hoge
woekerhuren kunnen vragen voor hun
panden. Ze doen hun huizen in de
verkoop voor een gemiddelde
verkoopprijs van 404.000 euro.
Minister van Volkshuisvesting Mona
Keijzer schiet deze armlastige
beleggers te hulp en gaat hogere
woekerwinsten opnieuw mogelijk
maken.
Het bevriezen van de huren van
sociale huurwoningen voor twee jaar is
een doorzichtige poging om de indruk
te wekken dat er iets ‘voor de mensen’
gedaan wordt. Een klein beetje lucht
voor huurders van sociale
huurwoningen misschien, maar zeker
geen oplossing. Tussen 1990 en 2024
stegen de huurprijzen met ruim 178
procent. Veel harder dan de inflatie.
De huurkosten nemen daarmee een
steeds groter deel van het inkomen in
beslag (CBS). Dat geldt ook voor de
energielasten. De verwarming naar
omlaag en dekentjes op de bank om
warm te blijven zijn een alledaags
verschijnsel geworden. De lage
temperaturen versterken in 20% van
de woningen het schimmelprobleem.
Van arbeiderslonen moet je
kunnen wonen
Voor steeds meer mensen wordt het
onmogelijk om een woning te vinden.
Jongeren, maar ook bijvoorbeeld
gescheiden stellen met kinderen,
komen in de knel. In april publiceerde
het CBS een driejaarlijks
WoonOnderzoek Nederland, dat
zichtbaar maakt wat heel veel mensen
zelf ervaren. Inmiddels willen 3,6
miljoen mensen verhuizen. Jongeren
kunnen alleen een woning kopen als
familie kan helpen. Dat was het geval
bij 31% van de jongeren
in 2024. Eén op de tien jongeren krijgt
100.000 euro of meer en gemiddeld
wordt 60.000 euro bijgelegd. Jongeren
uit een gemiddeld arbeidersgezin
kunnen dus wel fluiten naar een
woning. Hoe klein en afgeleefd ook.
Bijna twee derde van de jongeren die
nu thuis wonen (ruim 1,4 miljoen) wil
graag op zichzelf gaan wonen.
Het probleem van - met name
economische – dakloosheid neemt
ieder jaar toe. Officieel gaat het om
33.000 mensen, maar het probleem is
veel groter. Gescheiden stellen die in
grote stress gedwongen bij elkaar
leven of mensen die bij vrienden of
familie slapen worden bijvoorbeeld niet
meegeteld.
Strijd tegen woningnood heeft
socialistisch perspectief nodig
De strijd voor huurverlaging,
woonzekerheid, goede en betaalbare
woningen moet hand in hand gaan met
de strijd voor de omwenteling van de
hele maatschappij. Wooncrises en
kapitalisme horen bij elkaar. Het
streven naar maximale winst op huizen
door banken, beleggers,
woonbedrijven, speculanten en prinsen
hoort bij het kapitalisme. Door het
kapitalisme te overwinnen wordt niet
alleen de weg vrij gemaakt om
iedereen van een onderdak te
voorzien, maar kan een heel andere
manier van samenleven worden
georganiseerd.
Wooncrisis
ander woord
voor kapitalisme
1 mei 2025