dvl
pib
RM
1 maart 2025
Er zijn boeren en boeren. Grote en kleine. Rijke en arme. De een stopt, de ander breidt uit. De een heeft er een baantje naast, de ander heeft tientallen werkers in dienst. Kapitalisme ruïneert elk jaar een paar duizend boeren Het sluiten van boerenbedrijven wordt veroorzaakt door de kapitalistische concurrentie: de grote overleven, de kleine gaan ten onder. In de landbouwsector worden de kleine en middelgrote boeren vermalen door de monopoliebedrijven. Ze moeten geld lenen om te investeren - meestal bij de Rabobank. Daarna moeten ze zaaigoed, kunstmest en landbouwmachines kopen van monopoliebedrijven. Tenslotte moeten ze hun producten verkopen aan grote handelaren, zuivelmonopolies en grote slachterijen. Aan het eind van de keten staan de supermarkten, die ook hun deel van de buit willen. De boeren zitten in een schaalvergrotingsrace, waarin ze behaalde voordelen steeds weer bij die grote monopolies inleveren. Als relatief klein bedrijf leg je dan het loodje, de relatief grote boerenbedrijven concurreren voort. Het kapitalisme ruïneert op deze manier elk jaar een paar duizend boerenbedrijven. 33% van de boerengezinnen onder bijstandsniveau In 2024 had 20% van de boerenbedrijven een negatief inkomen. De top 20% verdiende daarentegen 130.000 euro of meer.(1) In 2021 (het laatste jaar waarover Agrimatie deze cijfers beschikbaar stelt) zat 33% van de boerengezinnen onder het bijstandsniveau.(2) Maar liefst 37% van de boerenbedrijven behoort tot de zeer kleine bedrijven, deze bedrijven leveren 2% van de productie. Aan de andere kant staan de 11% grootste bedrijven die ruim 60% van de productie leveren.(3) In april vorig jaar publiceerde het TV-programma EenVandaag een onderzoek, waaruit bleek dat een kwart van de boeren verwachtte in de komende tien jaar te zullen moeten stoppen. In de begeleidende tekst werd de oorzaak daarvan vooral bij de stikstof- en mestregels gelegd, maar het aantal boerenbedrijven daalt al jaren. Een onomkeerbare trend, ook toen er van stikstof- en mestregels nog geen sprake was. In 1994 waren er ruim 116.000 boerenbedrijven, in 2004 waren dat er bijna 84.000, in 2014 ruim 65.500 en in 2024 bleven er nog ruim 50.000 boerenbedrijven over. (4) De reactionairen de rug toe keren Van de boerenorganisaties horen we geen kritiek op de monopoliebedrijven, die de kleine en middelgrote boeren uitknijpen. Integendeel: zowel de traditionele belangenbehartiger LTO, als de zogenaamd radicale Agractie en Farmers Defence Force en de politieke tak BBB worden op sleeptouw genomen door die grote bedrijven. Reactionaire en fascistische organisaties en hun propaganda worden dus ook op de boeren en de boeren- organisaties afgestuurd. Fascisten vertegenwoordigen het agressiefste deel van de monopoliekapitalisten. Bij protest- manifestaties werden PVV en FvD enthousiast op trekkers en podia gehesen. De BBB begint steeds meer op de PVV te lijken. Het bestrijden van regels die het milieu zouden moeten beschermen is vast onderdeel van het program van de agrarische monopolies en de fascisten. Alleen de maximale winst van vandaag telt, alles wat dat hindert moet wijken. In de tang genomen door de grote agri-concerns, gedwongen tot milieuvernietiging, gebruikt voor de politieke belangen van reactionairen en fascisten: voor kleine en middelgrote boeren biedt dat alles geen enkel perspectief. Samen met de arbeidersklasse Het huidige landbouwbeleid berekent de kosten van noodzakelijke milieunormen door aan kleine en middelgrote boeren en aan de consumenten. Kleine en middelgrote boeren hebben in feite dezelfde tegenstander als de arbeidersklasse. Als werkers en als consument staan ze allemaal tegenover de belangen van de grote monopolies. Als de kleine en middelgrote boeren zich realiseren dat ze als groep binnen het kapitalisme altijd tot de verliezers behoren, dan ligt de weg open voor een bondgenootschap met de arbeiders, die als klasse in de monopoliebedrijven haar hoofdtegenstander heeft. Dan kan samen de strijd worden aangebonden – voor directe belangen en voor een andere manier van leven en produceren. • Voor de boeren meer geld voor hun producten, voor de consumenten lagere prijzen in de winkels - op kosten van de monopoliebedrijven • Schuldverlichting voor kleine en middelgrote boeren • Voor landbouw in evenwicht met de natuur en de menselijke gezondheid • Verbod op racistische en fascistische organisaties en hun propaganda • Voor een diervriendelijke veehouderij • Verbod op speculatie met voeding Terugkeer naar het verleden is niet mogelijk, al zal dit ideaal misschien bij vele boeren nog leven. Tegelijk roept het kapitalisme tegenstellingen op die het zelf niet kan oplossen. Daarom gaan we van crisis naar crisis. Het kapitalisme is een overleefd systeem, de toekomst is aan het socialisme. Met de politieke macht in handen van de arbeidersklasse en een planeconomie gebaseerd op maatschappelijk eigendom van de productiemiddelen, is er ook voor de boer weer een toekomst. Dan kan er in evenwicht met de natuur, met oog voor diervriendelijke productie op een gezonde wijze voedsel geproduceerd worden. Dan hoeft ook de boer niet te vrezen dat hij in armoede verder moet leven. (1) Bron: Agrimatie van de WUR (2) Bron: Agrimatie van de WUR (3) Bron CBS (4) Bron CBS
Kleine boeren en arbeiders kunnen bondgenoten worden
bondgenoten
Er zijn boeren en boeren. Grote en kleine. Rijke en arme. De een stopt, de ander breidt uit. De een heeft er een baantje naast, de ander heeft tientallen werkers in dienst. Kapitalisme ruïneert elk jaar een paar duizend boeren Het sluiten van boerenbedrijven wordt veroorzaakt door de kapitalistische concurrentie: de grote overleven, de kleine gaan ten onder. In de landbouwsector worden de kleine en middelgrote boeren vermalen door de monopoliebedrijven. Ze moeten geld lenen om te investeren - meestal bij de Rabobank. Daarna moeten ze zaaigoed, kunstmest en landbouwmachines kopen van monopoliebedrijven. Tenslotte moeten ze hun producten verkopen aan grote handelaren, zuivelmonopolies en grote slachterijen. Aan het eind van de keten staan de supermarkten, die ook hun deel van de buit willen. De boeren zitten in een schaalvergrotingsrace, waarin ze behaalde voordelen steeds weer bij die grote monopolies inleveren. Als relatief klein bedrijf leg je dan het loodje, de relatief grote boerenbedrijven concurreren voort. Het kapitalisme ruïneert op deze manier elk jaar een paar duizend boerenbedrijven. 33% van de boerengezinnen onder bijstandsniveau In 2024 had 20% van de boerenbedrijven een negatief inkomen. De top 20% verdiende daarentegen 130.000 euro of meer.(1) In 2021 (het laatste jaar waarover Agrimatie deze cijfers beschikbaar stelt) zat 33% van de boerengezinnen onder het bijstandsniveau.(2) Maar liefst 37% van de boerenbedrijven behoort tot de zeer kleine bedrijven, deze bedrijven leveren 2% van de productie. Aan de andere kant staan de 11% grootste bedrijven die ruim 60% van de productie leveren.(3) In april vorig jaar publiceerde het TV- programma EenVandaag een onderzoek, waaruit bleek dat een kwart van de boeren verwachtte in de komende tien jaar te zullen moeten stoppen. In de begeleidende tekst werd de oorzaak daarvan vooral bij de stikstof- en mestregels gelegd, maar het aantal boerenbedrijven daalt al jaren. Een onomkeerbare trend, ook toen er van stikstof- en mestregels nog geen sprake was. In 1994 waren er ruim 116.000 boerenbedrijven, in 2004 waren dat er bijna 84.000, in 2014 ruim 65.500 en in 2024 bleven er nog ruim 50.000 boerenbedrijven over. (4) De reactionairen de rug toe keren Van de boerenorganisaties horen we geen kritiek op de monopoliebedrijven, die de kleine en middelgrote boeren uitknijpen. Integendeel: zowel de traditionele belangenbehartiger LTO, als de zogenaamd radicale Agractie en Farmers Defence Force en de politieke tak BBB worden op sleeptouw genomen door die grote bedrijven. Reactionaire en fascistische organisaties en hun propaganda worden dus ook op de boeren en de boeren-organisaties afgestuurd. Fascisten vertegenwoordigen het agressiefste deel van de monopoliekapitalisten. Bij protest- manifestaties werden PVV en FvD enthousiast op trekkers en podia gehesen. De BBB begint steeds meer op de PVV te lijken. Het bestrijden van regels die het milieu zouden moeten beschermen is vast onderdeel van het program van de agrarische monopolies en de fascisten. Alleen de maximale winst van vandaag telt, alles wat dat hindert moet wijken. In de tang genomen door de grote agri-concerns, gedwongen tot milieuvernietiging, gebruikt voor de politieke belangen van reactionairen en fascisten: voor kleine en middelgrote boeren biedt dat alles geen enkel perspectief. Samen met de arbeidersklasse Het huidige landbouwbeleid berekent de kosten van noodzakelijke milieunormen door aan kleine en middelgrote boeren en aan de consumenten. Kleine en middelgrote boeren hebben in feite dezelfde tegenstander als de arbeidersklasse. Als werkers en als consument staan ze allemaal tegenover de belangen van de grote monopolies. Als de kleine en middelgrote boeren zich realiseren dat ze als groep binnen het kapitalisme altijd tot de verliezers behoren, dan ligt de weg open voor een bondgenootschap met de arbeiders, die als klasse in de monopoliebedrijven haar hoofdtegenstander heeft. Dan kan samen de strijd worden aangebonden – voor directe belangen en voor een andere manier van leven en produceren. • Voor de boeren meer geld voor hun producten, voor de consumenten lagere prijzen in de winkels - op kosten van de monopoliebedrijven • Schuldverlichting voor kleine en middelgrote boeren • Voor landbouw in evenwicht met de natuur en de menselijke gezondheid • Verbod op racistische en fascistische organisaties en hun propaganda • Voor een diervriendelijke veehouderij • Verbod op speculatie met voeding Terugkeer naar het verleden is niet mogelijk, al zal dit ideaal misschien bij vele boeren nog leven. Tegelijk roept het kapitalisme tegenstellingen op die het zelf niet kan oplossen. Daarom gaan we van crisis naar crisis. Het kapitalisme is een overleefd systeem, de toekomst is aan het socialisme. Met de politieke macht in handen van de arbeidersklasse en een planeconomie gebaseerd op maatschappelijk eigendom van de productiemiddelen, is er ook voor de boer weer een toekomst. Dan kan er in evenwicht met de natuur, met oog voor diervriendelijke productie op een gezonde wijze voedsel geproduceerd worden. Dan hoeft ook de boer niet te vrezen dat hij in armoede verder moet leven. (1) Bron: Agrimatie van de WUR (2) Bron: Agrimatie van de WUR (3) Bron CBS (4) Bron CBS
Kleine boeren en arbeiders kunnen bondgenoten worden 1 maart 2025
DVL
PiB