Klimaatconferentie
Bakoe
schijnvertoning
Milieu
1 december 2024
Nog meer dan haar voorgangers liet
COP29 zien dat in een kapitalistische
en imperialistische wereld de
milieucatastrofe, die op de mensheid
afkomt, niet gestopt kan worden.
Vorige maand vond in Bakoe,
Azerbeidzjan, de 29ste
klimaatconferentie georganiseerd door
de VN plaats. Alle circa 200 landen
waren daar vertegenwoordigd.
Azerbeidzjan is niet alleen rijk aan olie
en gas, het is ook van plan de
productie ervan met een derde te
verhogen. President Alijev noemt de
fossiele grondstoffen een ‘geschenk
van god’. Dan weet je bij voorbaat de
uitkomst.
Arme landen en eilandstaten
direct getroffen
Speciaal doel van de 29ste COP:
afspraken maken hoe de rijkere
landen hun eigen CO2-productie
reduceren en voldoende geld ter
beschikking stellen aan armere landen
en eilandstaten om rampen zoals
overstromingen tegen te kunnen gaan.
De klimaatrampen houden zich immers
niet aan staatsgrenzen, zoals recente
overstromingen in Duitsland,
Oostenrijk, Italië, Spanje, Florida,
Ierland en het VK laten zien. Op de
COP in Parijs was afgesproken dat
hiervoor vanaf 2020 jaarlijks bij elkaar
$ 100 miljard beschikbaar zou worden
gesteld. Een groot deel van dat
bedrag bestaat uit leningen, garanties
of investering van bedrijven. Verder
werd besloten dat in 2024 een nieuw
financieel doel gesteld zou worden. De
arme en extra bedreigde landen
hadden uitgerekend, dat hiervoor
jaarlijks 1000 tot 1400 miljard
dollar nodig is. Deskundigen komen op
5000 miljard dollar. Het beoogde jaar
2035 is veel te laat.
VNO-NCW: ‘goed voor bedrijven’
Na een week praten in Bakoe was er
geen bedrag waarover de landen het
eens waren. Op de laatste officiële dag
van de conferentie stelde Azerbeidzjan
als voorzitter toen 250 miljard dollar
voor, waarop de armere landen en
eilandstaten woedend de conferentie
verlieten. Na veel chaos werd dit
bedrag door de conferentie tot een
schamele 300 miljard verhoogd.
Ook op het gebied van klimaatdoelen
was het in Bakoe armoe troef. De
uiterst minimale zin van de vorige top
in Dubai dat landen moesten ‘weg
bewegen van fossiele brandstoffen’
kwam er nu niet in. Wel werd in
principe een soort mondiale markt
voor koolstofkredieten afgesproken,
waarbij een land of bedrijf de uitstoot
van broeikasgassen kan compenseren
door te betalen aan een ander land of
bedrijf dat de uitstoot gereduceerd
heeft. Ook dit betekent weer een
mogelijkheid om met fossiele
brandstoffen en andere broeikasgas-
uitstoot door te gaan, terwijl alles op
reductie van de uitstoot gericht zou
moeten zijn.
Niet toevallig is Shell blij met de
afspraak en zegt ondernemers-
organisatie VNO-NCW: ‘deze afspraak
is goed voor Nederlandse bedrijven’.
In de media hier wordt deze
schijnvertoning vooral aan president
Alijev toegeschreven, maar van de
meeste rijke imperialistische landen -
inclusief de BRICS-staten – was geen
regeringsleider gekomen, maar waren
ministers gestuurd. Zo vond de G-20
het belangrijker over haar
economische belangen te
onderhandelen in een top in Brazilië.
Minister Hermans (VVD) van Klimaat
en Groene Groei gebruikte de COP-
conferentie om reclame te maken
voor de kennis over kustverdediging
bij Nederlandse bedrijven.